Jaarstukken 2018 Enkhuizen

Financiering

Risicobeheer

Risicobeheer

Om de financieringsrisico’s (renterisico’s) te beperken, staan in de Wet Fido twee instrumenten: renterisiconorm en kasgeldlimiet. Daarnaast is met het schatkistbankieren een drempelbedrag bepaald. De provincie toetst of de gemeente aan deze normen voldoet.

Door het schema onder Rentetoerekening wordt inzicht gegeven in de rentelasten, het renteresultaat en de wijze waarop rente wordt toegerekend aan investeringen, grondexploitaties en projecten.

Renterisiconorm

De norm voor het renterisico stelt een grens aan financiering op lange termijn. Het doel is om overmatige renterisico’s op de vaste schuld (met een looptijd gelijk of langer dan 1 jaar) te vermijden. Het renterisico wordt verkleind door aflossingen in de tijd te spreiden. De norm wordt berekend door het begrotingstotaal te vermenigvuldigen met een door het Rijk vastgesteld percentage (20%). Het totaal van renteaanpassingen en de herfinanciering van de aflossingen in een begrotingsjaar mag deze norm niet overschrijden.

In cijfers betekende dit voor 2018 het volgende:

Omschrijving

2018

2019

2020

2021

2022

Renterisico

1. 

Renteherzieningen

                 -

                     - 

                 -

               -

              - 

2. 

Te betalen aflossingen

2.364

2.569

2.442

2.852

2.858

3.

renterisico (1+2)

2.364

2.569

2.442

2.852

2.858

Renterisiconorm

4a.

Omvang begroting 1 januari 

47.406

52.187

53.124

52.573

53.115

4b.

Vastgesteld percentage

20%

20%

20%

20%

20%

4.

Renterisiconorm (4a x 4b)

9.481

10.437

10.625

10.515

10.623

Toets renterisiconorm

Renterisico op vaste schuld (3)

2.364

2.569

2.442

2.852

2.858

Renterisiconorm (4)

9.481

10.437

10.625

10.515

10.623

Ruimte (3-4)

-7.117

-7.868

-8.183

-7.663

-7.765

(4 > 3) Ruimte onder renterisiconorm

(3 > 4) Overschrijding renterisiconorm 

De tabel laat zien dat het bedrag aan langlopende leningen, waarover renterisico werd gelopen, ruimschoots binnen de wettelijke norm blijft.

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet geeft voor de gemeente de maximale toegestane omvang van de kortlopende schuld (met een looptijd korter dan 1 jaar) aan. Wettelijk moet worden overgegaan tot omzetting naar langlopende schulden zodra de limiet meer dan twee achtereenvolgende kwartalen wordt overschreden. Het doel van deze limiet is het renterisico op korte financiering te beperken. Fluctuaties in korte rente kunnen namelijk een relatief grote invloed hebben op rentelasten. De kasgeldlimiet wordt uitgedrukt in een percentage van het begrotingstotaal (8,5%) en bedraagt voor 2018 € 4.436.000.

Bij het financieringsbeleid in 2018 wordt rekening gehouden met deze limiet.

Omschrijving

1.

Toegestane kasgeldlimiet

Omvang begroting (lasten) per 1 januari 2018

47.406

Percentage kasgeldlimiet

8,50%

Omvang kasgeldlimiet

4.030

2.

Omvang vlottende schuld (gemiddeld 2018)

Opgenomen gelden < 1 jaar

3.833

Schuld in rekening courant

57

Gestorte gelden door derden < 1 jaar

0

Overige geldleningen (geen vaste schuld)

0

3.890

3.

Vlottende middelen (gemiddeld 2018)

Contante gelden in kas

0

Tegoeden in rekening courant

537

Overige uitstaande gelden < 1 jaar

0

537

4.

Toets kasgeldlimiet

Toegestane kasgeldlimiet

4.030

5.

Totaal netto vlottende schuld (2-3)

3.353

Ruimte (4-5)

677